Biodiversiteit: dieren en planten
Veel verschillende soorten dieren en planten zijn belangrijk voor een gezond klimaat op aarde.
Een goede biodiversiteit betekent dat er veel verschillende soorten planten en dieren zijn. Een goede biodiversiteit is belangrijk, want dit soort voor schone lucht, fris water, een goede kwaliteit van de bodem en bestuiving van (voedsel)gewassen. Het helpt ook om klimaatverandering tegen te gaan en ons hierop aan te passen. Een goede biodiversiteit vermindert zelfs de invloed van natuurrampen.
Biodiversiteit in onze eigen buurt
In onze versteende woongebieden hebben kleine dieren en insecten het moeilijk. Ze vinden er weinig voedsel, woonplekken en bescherming tegen vijanden. Met meer groen zorgen we voor extra leefruimte, plekken om voedsel te vinden en te overwinteren. Dat is belangrijk, want dieren zijn gezellig in onze tuin, maar ook heel nuttig voor ons.
Alle beestjes helpen
Alle dieren -klein en groot- hebben hun nut en noodzaak. Insecten zijn bijvoorbeeld belangrijk voor ons voor de teelt van groenten en fruit. Wist je dat maar liefst 60% van de bestuiving van onze groenten en fruit door insecten wordt gedaan? En dat doen ze helemaal gratis! Ook zijn insecten een belangrijke voedselbron voor kleine dieren zoals vogels, egels en vleermuizen.
Vogels en vleermuizen vangen duizenden insecten
Ook andere kleine dieren en vogels zijn belangrijk voor ons. Zo eet een huiszwaluw ongeveer 50.000 vliegen, muggen en andere insecten per week. In de jaren 60 tot 80 zijn een half miljoen broedparen verdwenen uit Nederland. Maar er lijkt goed nieuws te zijn: sinds de jaren 90 lijkt het aantal huiszwaluwen langzaam maar zeker weer wat toe te nemen. Dit komt doordat we bij het bouwen van gebouwen, bruggen en viaducten steeds meer rekening houden met dieren. Bijvoorbeeld door speciale nestkasten in muren te bouwen voor vogels en vleermuizen.
Wat kun je doen om kleine dieren te helpen
- Meer groen in onze tuinen en op onze balkons en terrassen is de beste hulp die je kleine dieren kunt geven. We inspireren je graag met enkele voorbeelden:
- Vervang tegels door groen.
- Zet (klim)planten op balkon of terras en langs muren en gevels van woningen.
- Vergroen daken van schuurtjes, uitbouw of woningen.
- Maak ruimte voor water in je tuin of op balkon. Dit kan heel klein met een waterschaal of wat groter met een (mini)vijver.
- Laat uitgebloeide planten staan. Van het zaad eten de vogels graag in de winter.
- Maak een rommelhoekje voor egels van oude bladeren en takken.
- Maak de tuin niet winterklaar. Laat bladeren tussen de planten liggen en snoei planten en siergrassen pas in het voorjaar terug. Insecten overwinteren in holle stengels en leggen hierin hun eitjes en egels vinden voedsel tussen de bladeren.
- Vervang schuttingen door (groene) hagen.
- Toch liever een schutting? Maak dan aan de onderzijde een kleine opening voor egels zodat zij in meerdere tuinen voedsel én een partner kunnen vinden.
Op de pagina kleine dieren in je tuin vind je tips, informatie en handige links naar websites.